Column
———
Hans Witjes
De bekerwedstrijd van Vitesse in het Gelredome tegen SC Heerenveen laat ik aan me voorbij gaan. De pijn van en ergernis over de ongekende wanprestatie in Almere was en is te groot om de gang naar het stadion nog te kunnen opbrengen voor dit toetje voorafgaand aan de winterstop.
Dat bekerduel zal de negatieve gevoelens trouwens nooit kunnen wegnemen. Als Vitesse goed speelt, erger ik me aan het feit dat het op dat moment wel kan en in de competitie niet. En als het slecht gaat, wat waarschijnlijker is, benadrukt dat de sportieve ellende nog eens extra.
Geen impressie dus van Vitesse-SC Heerenveen. Wel vind ik dit een goed moment om terug te blikken op de eerste zestien wedstrijden van het seizoen. Ook niet leuk als het seizoen zo belabberd verloopt, maar de winterstop als pauzemoment leent zich daar wel bij uitstek voor.
Eerst wat notities bij de prestaties van de ploeg als geheel. Vitesse won drie keer: bij FC Volendam, bij NEC en thuis tegen Heracles.
In Volendam, de eerste competitiewedstrijd, liep het in de eerste helft voor geen meter, maar hadden de mannen van (toen nog) Phillip Cocu de mazzel ruim een helft met elf tegen tien te kunnen spelen. Een 1-0 achterstand werd toen omgebogen naar een 1-2 overwinning.
De derby tegen NEC in De Goffert was één van de weinige wedstrijden waarin strijd werd geleverd. De Nijmegenaren waren vooral in de eerste helft de betere ploeg, maar Vitesse ging in de eindfase met de punten aan de haal: 1-3.
Na een hele serie bedroevende resultaten behaalde Vitesse ruim anderhalve week geleden zowaar de derde overwinning van het seizoen: 2-0 thuis tegen Heracles Almelo. De Arnhemse club werd daarbij geholpen door de Tukkers, die in de tweede helft met de minuut slechter gingen spelen.
Verder waren er nog gelijke spelletjes thuis tegen Excelsior Rotterdam (0-0) en PEC Zwolle (1-1). Op dat moment als teleurstellend ervaren, maar omdat het daarna, op het duel met Heracles na, alleen maar forse, troosteloze nederlagen regende, moeten we het met de kennis van nu misschien wel zien als twee gewonnen, in plaats van vier verloren punten…
Alles tot nu toe met een wat milde blik overziende, stel ik vast dat Vitesse op de volgende momenten redelijk tot goed heeft gepresteerd: in de tweede helft tegen het tiental van FC Volendam, in de eerste helft tegen PSV Eindhoven, in de tweede helft tegen Excelsior Rotterdam en de hele wedstrijden tegen NEC (op karakter) en Heracles Almelo (met dank aan hun zwakke tweede helft). Bij elkaar krijgen dus drieënhalve wedstrijd van de zestien een positieve beoordeling, de andere twaalf en een halve wedstrijd was het ronduit huilen met de pet op. Het zijn prestaties die maken dat de geelzwarte ploeg staat waar die staat: onderaan en op degraderen.
Het is nogal logisch dat de persoonlijke prestaties van de spelers in meerdere of mindere mate aan deze zorgelijke tussenstand hebben bijgedragen. Ik ga die niet uitgebreid bespreken, maar beperk me hier tot enkele kanttekeningen.
De problemen zitten binnen de Vitesseselectie in alle aspecten van het voetbal. Verdedigend is er te weinig snelheid en wendbaarheid. Opbouwend is het spel te stroef en vrijblijvend. Aanvallend ontbreekt (behalve bij Manhoef) diepgang en scorend vermogen. Daar komt vaak ook nog eens een algemeen tekort aan felheid en duelkracht bij.
Als ik dan naar de tussenbalans van de individuen kijk, stel ik vast dat van de spelers die veel minuten hebben gemaakt alleen doelman Room en Manhoef in aanmerking komen voor een kleine voldoende. Alle overige spelers verdienen de kwalificatie twijfelachtig of onvoldoende.
Het zal duidelijk zijn dat een trainer over toverkracht moet beschikken om dit Vitesse in de Eredivisie te houden. Sturing is na het vertrek van Cocu enthousiast en met volle overgave aan de slag gegaan, maar is natuurlijk geen tovenaar. Tot nu toe vertoont hij in de praktijk meer gelijkenis met een eenzame brandweerman die in zijn eentje een hevige brand met vele brandhaarden moet zien te blussen. Dat heeft echter alleen kans van slagen met hulp van buiten.
Zoals aangegeven, zitten de problemen in alle linies. Toch denk ik nog steeds dat degradatie kan worden voorkomen met een goede spits erbij, inpassing van jeugdspelers als Egbring en De Regt en elke wedstrijd een alles of niets-mentaliteit bij iedere speler. En als Pröpper fit wordt en terugkomt, geeft dat extra perspectief.
We gaan het zien. Over een aantal weken zijn we als supporters waarschijnlijk mentaal voldoende opgefrist om naar het tweede deel van de competitie uit te kijken.