Column
———
Hans Witjes
Ook bij PSV stond Vitesse na afloop weer met lege handen. En dat terwijl de Arnhemse ploeg bij rust met minstens twee goals verschil had moeten leiden. Het blufpoker van PSV-trainer Schmidt, die enkele van zijn beste spelers aanvankelijk buiten de basis liet, werd hem dus niet fataal. Met dank aan de gemiste kans voor open doel van Broja, met dank ook aan de VAR en scheidsrechter Kuipers die Vitesse een zuivere penalty onthielden.
Het wil niet zeggen dat Vitesse het in Eindhoven goed heeft gedaan en onverdiend heeft verloren. Behalve bij het fraaie doelpunt, bij enkele mooie combinaties en bij een paar andere goede momenten in de eerste helft heeft het team van trainer Thomas Letsch de negatieve lijn van de laatste tijd namelijk gewoon doorgetrokken. In grote delen van de wedstrijd leek het spel helemaal nergens op.
Slordigheid was over het algemeen troef. Zelfs sterkhouders als Pasveer en Bazoer hadden een aantal voor hen hoogst ongebruikelijke slordige momenten. De doelman groeide niettemin uit tot de beste Vitessenaar en Bazoer was desondanks de enige speler achterin die rust aan de bal had en vooruit durfde te voetballen. Ik vond het schrijnend om te zien hoe weinig aanvallend initiatief de om hun defensieve arbeid vaak terecht geprezen Rasmussen en Doekhi durfden te nemen. Steeds vanuit vrije positie en met tijd toch maar weer schijterig terugdraaien en terugspelen op Pasveer in plaats van de bal in te spelen één of twee linies verder. In opbouwend opzicht hebben zij nog veel te winnen.
De paar kansen die er voor Vitesse in de eerste helft kwamen, na de schitterende combinatie voorafgaand aan de 0-1, werden veroorzaakt door geschutter van PSV-verdedigers en goed doorzetten van Broja. Dat de Chelsea-huurling net als in Groningen voor een leeg doel miste, is werkelijk niet te geloven. Eén keer in een carrière kan dat nog, maar Broja staat op negentienjarige leeftijd al op een score van twee. Toen hij kwam, heb ik op basis van videobeelden hoog over hem opgegeven, maar zijn inbreng valt tot nu toe behoorlijk tegen. Hij heeft potentie, dat was ook in Eindhoven een paar keer te zien, maar het is een diamant die op dit moment nog wel erg ruw is.
Zijn collega aan het front, Openda, is het na een zeer goede eerste seizoenshelft al wekenlang volledig kwijt. Die van de paal terugkomende bal na het schot van Tannane vlak voor de rust schoot hij hoog over. Het was tekenend voor zijn huidige vorm. Vrijwel niets lukt nog bij de Belg. Samen met de worstelende Broja vormt hij een Vitesse-aanval die al weken bijna tandeloos is.
Niet dat het alleen aan de spitsen ligt, er vallen er de laatste tijd meer door de mand. In Eindhoven was dat helaas ook weer het geval. De backs Wittek en Dasa waren wederom wisselvallig. ‘Nummer zes’ Tronstad kan goed voetballen, maar tegen sterke ploegen is zijn loop- en handelingssnelheid te laag. Bero heeft op één slim passje in de tweede helft na niets laten zien. Naast Pasveer en Bazoer haalde alleen Tannane een voldoende. Hij doseerde dit keer zijn acties en dat was verstandig. Op die manier kwam hij in de eerste helft tot een aantal mooie dingen.
In de tweede helft kwam ook Tannane daar niet meer aan toe, want die was van Arnhemse kant tenenkrommend slecht. Geen druk op de tegenstander, alleen maar laf achteruit lopen, grossieren in verkeerde passes en mislukte acties. Je kon wachten op tegendoelpunten. Die kwamen er ook, al bleven ze met name dankzij Pasveer nog behoorlijk lang uit. In het laatste kwart van de wedstrijd werden de mannen van Letsch alsnog genadeloos afgeserveerd.
Het gigantische lek is bepaald nog niet boven. Vitesse is geen topploeg, dat wisten we eigenlijk wel, al gingen we op zeker moment stomverbaasd geloven dat dat misschien toch zo was. Nu weten we intussen wel beter, maar de werkelijkheid van dit moment is zelfs zo dat iedere tegenstander voor Vitesse een probleem vormt. Dat gaat echt te ver, het spel moet en kan toch wel goed genoeg zijn om in wedstrijden tegen ploegen in de subtop een kans te hebben en tegen mindere goden te winnen. Zoals bijvoorbeeld tegen VVV-Venlo, de eerste keer zaterdag aanstaande, maar vooral de dinsdag daarna in de halve finale van de beker.
Het zal dan radicaal anders moeten dan in de laatste wedstrijden. Het vastzetten van de tegenstander op eigen helft moet terug komen in de ploeg. Daar zie ik al tijden niets meer van. Het is dé manier om snel aan de bal te komen en op relatief eenvoudige wijze kansen te creëren, zeker tegen minder goed voetballende tegenstanders. Waarom is dat weg? En hoe kan het dat de trainer dat niet in de ploeg terugbrengt? Dat is een kwestie van afspraken maken over de veldbezetting en die nakomen. Dat heeft met vorm niets te maken. Een goede uitvoering van die overrompelingstactiek kan juist een slechte vorm maskeren.
We gaan het zien tegen die rare, onvoorspelbare ploeg uit Venlo. Kan Vitesse revanche nemen voor de zeperd in De Koel? En drie dagen later die halve finale winnen? Wat dit laatste betreft, De Kuip lijkt dichtbij, maar ligt voor het Vitesse van dit moment nog ver weg.
PSV-Vitesse 3-1
Broja 0-1, 66. Malen 1-1, 86. Götze 2-1, 88. Götze 3-1.