Trainer Frans Koenen (foto) van RKHVV was na de verloren halve finale tegen Presikhaaf (6-5) in het toernooi om de Arnhem Cup zwaar teleurgesteld. “Dit is slikken. Nu hebben we voor niks 4 weken doorgetraind.”
Koenen had het duel tussen RKHVV en Presikhaaf met stijgende verbazing aangezien. “Ik vond Presikhaaf soms over de grens spelen, maar daar heb je ‘mensen’ voor lopen. Maar wat doen we zelf? Bij de eerste tegengoal geven we de bal zo weg, bij de tweede staan we alleen maar te kijken en bij weer een andere goal staan we te appelleren voor hands. We hadden er in de beginfase trouwens zelf al 3 à 4 moeten maken.”
Volgens Koenen had zijn ploeg onvolwassen gespeeld. “Je weet dat Presikhaaf de harde duels niet schuwt. Daar moet je je tegen wapenen. Dat betekent: de kop erbij houden en zelf blijven voetballen. Op momenten dat we dat deden, zag je dat we over 2,3 schijven bij de goal waren en kansen kregen.”
Koenen noemde de rode kaart voor Lennart Rekmans, wegens schelden op arbiter Jan-Maarten ten Broek, beslissend. “Dat was dom, want blijft Lennart staan, dan is er na die rode kaart voor Presikhaaf met 11 tegen 10 geen vuiltje aan de lucht. Die kaart voor Rekmans heeft ons genekt.”
Was Koenen boos geweest op zijn aanvaller? “Ach, ik heb zelf ook dat soort dingen gedaan. Maar je moet er wel van leren. Als je denkt dat je op deze manier met die jongens van Presikhaaf mee moet doen, dan ga je er aan onderdoor. Je traint niet voor niks 4 weken door, maar als je dan niet doet wat je moet doen, gaat het mis. Op het mentale vlak hebben we deze wedstrijd verloren. Dat is even slikken.”