Als een vrachtwagen door de bocht

26 juli 2011 | Van onze AS-redactie

Het zijn spannende weken voor Timo Fransen. De 24-jarige Arnhemmer, lid van de nationale selectie aangepast wielrennen, hoort binnen twee weken of hij wordt geselecteerd voor het WK tandemrijden in Denemarken. AS sprak met ‘piloot’ Fransen, die met de slechtziende ‘stoker’ Rinne Oost uit Borne grote prestaties wil leveren.

Hoe liggen jouw kansen?
Timo Fransen: “Ik denk dat het voor 90 procent zeker is dat ik ga. Ik heb met Rinne Oost de meeste wedstrijden gereden en de beste prestaties geleverd. En ik zal nooit een training overslaan. De procedure is wel ingewikkeld. Er zijn vier ‘piloten’ en drie ‘stokers’ (slechtziende bijrijders, red). Uit de combinaties wordt een keuze gemaakt.”

Hoe en waar trainen jullie?
“We zitten drie dagen per week op Papendal, dinsdag, woensdag en donderdag. Kracht- en wegtraining. Zeer intensief. Als je donderdagavond thuiskomt zit je stuk.”

Wat is leuker: individueel of tamdemfietsen?
“Tandem. Je fietst altijd samen, de snelheid ligt hoger, we halen gemakkelijk 60 km per uur, en de bochtentechniek blijft altijd een uitdaging. Hoe ga je er het snelst door, hoe ga je staan ná de bocht. Een tandem is een soort vrachtwagen: je neemt de bochten ruimer en je trekt langzamer op. De bochtentechiek is, samen met het duurvermogen, wel een sterk punt van me.”

Hoe loopt de communicatie met je bijrijder?
“Je praat voortdurend: hoe is je hartslag, hoe voelen je benen, kan ik een zwaarder verzet fietsen, of juist lichter. Uiteindelijk weet je precies wat je aan elkaar hebt. Rinne en ik zijn goed ingespeeld, maar ik rij ook met Alfred Stelleman en Richard Bonhof.”

Nooit ruzie op de fiets?
“Wel een meningsverschil. We zaten in een koers 100 meter voor de groep, met nog 2 kilometer te gaan. Ik vond dat we voluit naar de finish moesten gaan. Rinne wilde wachten en het op de sprint laten aankomen. Ik voelde dat hij inhield. De groep kwam bij en in de sprint verloren we. We hebben het wel uitgepraat.”
 
Wat doe je in het dagelijkse leven?
“Ik ben afgestudeerd in de commerciële economie aan de HAN. Maar ik heb nu alleen maar een bijbaantje. Door het fietsen heb ik de A-status van de NOCNSF gekregen. Dat betekent dat ik een soort minimumloon ontvang en me helemaal op het wielrennen kan richten.”

Wat is jouw grote doel?
“De Paralympische Spelen, volgend jaar in Londen, en anders over 5 jaar in Rio de Janeiro. Daarvoor moeten we op het WK in september in Denemarken een goede prestatie leveren. Die kans zit erin.”

Foto homepage: Timo Fransen en Rinne Oost tijdens het NK in Venhuizen, waar ze tweede werden.