Wanneer spat deze enorme zeepbel uit elkaar?

20 oktober 2019 | Van onze AS-redactie

Column
———
Hans Witjes


Hoe is het in vredesnaam mogelijk?’ Vol ongeloof stamelde ik die woorden bij de doelpunten van Vitesse in de uitwedstrijd tegen VVV Venlo. Drie kwartier lang als natte kranten spelen en dan tot drie keer toe uit het niets en tegen alle logica en redelijkheid in scoren en de wedstrijd op slot gooien.

Een daarop volgende vraag is wel hoe lang het nog duurt, voordat deze tot gigantische omvang gegroeide zeepbel uit elkaar spat. Dit kan niet blijven voortduren. Met het spel dat Vitesse speelt, kan het tegen iedere tegenstander, hoe klein op papier ook, zo maar verliezen. De oogst in Venlo is maximaal: de geelzwarte formatie is opgerukt naar een gedeelde tweede plaats en heeft en passant nog even aan het doelsaldo gewerkt. Op het oog een voortreffelijke prestatie, vele malen beter dan die van het thuis tegen SC Heerenveen verliezende AZ. Toch kunnen de Zaankanters de rest van de competitie met veel meer vertrouwen tegemoet zien dan de Arnhemmers, want zij voetballen wél goed. Zoals ook FC Utrecht en sinds kort ook SC Heerenveen dat doen.

Tactisch rammelde het bij Vitesse weer aan alle kanten. Twee man voorin tegen een overmacht, de afstand tussen de linies te groot en in de hele eerste helft geen wapen tegen de snelle, veel naar binnen trekkende rechterspits Yeboah en de in het gat duikende back Pachonik. Het gevaar van die rechterflank van VVV is bekend en Vitessetrainer Slutsky, die tegenstanders vooraf uitvoerig bekijkt, moet dat hebben geweten. Het leek echter wel of de Rus de ploeg uit Venlo nog nooit aan het werk had gezien. Pas in de tweede helft zag ik met name Linssen het gat in die zone een paar keer goed dichten. Waarbij het natuurlijk scheelde dat de wedstrijd volledig was gespeeld en VVV intussen met lood in de schoenen ronddoolde.

We doen er denk ik verstandig aan om de roep naar een Vitesse dat aanvallender, aantrekkelijker voetbal speelt, te staken. Nu de Berezutsky-tweeling op voorspraak van sport- en zakenvriend Slutsky van stagiaire tot assistent-trainer is gepromoveerd en Sturing uit onvrede de wijk heeft genomen naar een voor hem gecreëerde functie, bestaat de trainersstaf, los van de keeperstrainer, uit maar liefst vijf personen, waarvan vier Russen. De vijfde man, Hofs, komt nog maar net kijken in het trainersvak en staat tegenover een overmacht. De Russische voetbalcultuur heerst dus.

In Rusland is het countervoetbal vanuit een gesloten verdediging heilig. Dat wordt er bij spelers van jongs af aan in gepompt en in de top beheersen ploegen dat goed. Naar achteren lopen, kort op elkaar en meedogenloos verdedigen en dan messcherp counteren. Slutsky en zijn drie Russische collega’s komen uit die voetbalcultuur. Zij denken op die manier en geven trainingen met dat uitgangspunt. Aanvallend voetbal met de daarbij behorende oefenstof is hen vreemd. Ik hoorde Slutsky na de wedstrijd tegen Fortuna Sittard zeggen dat het de bedoeling was geweest om aanvallender te spelen, maar dat de spelers toch weer achteruit gingen lopen. Hij gaf daarmee zijn eigen onmacht aan. Aan aanvallend voetbal inclusief het bijbehorende vroeg druk zetten moet het hele elftal meedoen, inclusief de keeper. Daar moet een selectie veelvuldig op trainen en dat gaat onder deze Russen niet gebeuren.

Over de keeper gesproken, het was maar goed dat Pasveer toch kon spelen. Lamprou is een technisch goede keeper, maar een centimeter of tien te klein. Zo’n felle schuiver in de linkerhoek als in de eerste helft Van Ooijen gaf, pakte Pasveer prima, maar zou er bij de Griek maar zo in hebben kunnen vliegen, omdat hij er net niet bij kan. Pasveer was wederom het betrouwbare rustpunt en ook nog goed voor de assist bij de vierde goal.

Verder deed ook het centrale duo Obispo en Doekhi het weer naar behoren. Rechtsback Dasa vind ik vooralsnog, net als zijn concurrent Lelieveld, aanvallend sterker dan verdedigend. Linksback Clark liet weer eens zien dat hij tegen snelle buitenspelers af en toe in de problemen komt.

Op het middenveld ging bij Foor veel fout (hij kan stukken beter), was Bero onopvallend en werd Bazoer met zijn (nog?) te trage ritme pas goed toen de wedstrijd gespeeld was en er meer ruimte kwam. Linssen is sinds hij weet dat hij dit seizoen blijft tot groot geluk van Vitesse weer de lepe, scorende speler van voorheen.

Voorin bleef Matavz weer eens anoniem, maar positief is dat hij is de laatste wedstrijden wel harder is gaan werken. Dicko was weinig zichtbaar, maar had wel rendement met een assist en een goede goal.

Nu komt ADO Den Haag naar het Gelredome. Vaak een lastige tegenstander voor Vitesse, maar dat maakt niet uit. Het is tegen iedere ploeg immers hetzelfde: leunen op een verdedigend blok en hopen op enkele individuele hoogstandjes, veel effectiviteit en een dosis geluk.

VVV Venlo-Vitesse 0-4
29. Linssen 0-1, 34. Linssen 0-2, 43. Bazoer 0-3, 53. Dicko 0-4.