Meer dan ooit is Volvera bezig met de toekomst. Om te stellen dat de volleybalvereniging vecht voor zijn voortbestaan gaat te ver, wel wordt er binnen de club steeds vaker de vraag gesteld: wat willen we nu eigenlijk?
Net als veel andere volleybalverenigingen heeft Volvera het niet gemakkelijk. Er is een kaderprobleem, de aanwas van nieuwe leden blijft achter. De jeugd, vooral de jongens, kiest voor andere dingen, voetbal bijvoorbeeld. En de betere spelers trekken weg. Op de recente ledenvergadering kregen de leden de vraag voorgelegd: willen we naar de top, willen we een gezellige vereniging zijn die toch op een redelijk niveau acteert, of willen we stoppen? Bestuurslid Maarten Funk: “Dat laatste zeker niet. We kiezen voor de tweede optie: een gezellige vereniging die op een redelijk niveau wil presteren. We zijn ervan overtuigd dat Volvera bestaansrecht heeft in Arnhem-Zuid.”
Om een grote stap voorwaarts te kunnen maken is Volvera, dat in sporthal De Laar speelt, een beetje afhankelijk van de gemeente Arnhem. Die heeft namelijk plannen om in de Schuytgraaf een nieuwe sportaccommodatie te bouwen. Funk: “Een groeiwijk, dus dáár zitten onze nieuwe leden. Maar we zitten een beetje in de spagaat. We hebben gehoord dat de gemeente alleen maar twee speelzalen wil aanleggen. Dan wordt het meteen een stuk minder interessant. Die ruimte is voor ons te krap. Komt er toch een sporthal, ja, dan is dat een serieuze optie voor Volvera.” Ook zou het mogelijk zijn dat basketbalvereniging Arnhemia Eagles, dat ook in De Laar speelt, naar de Schuytgraaf gaat, waardoor Volvera meer ruimte en uren zou kunnen krijgen in De Laar. Maar de verwachtingen mogen niet te hooggespannen zijn, zegt Funk: “Door de bezuinigingen is het volgens mij twijfelachtig of die sporthal er komt.”
De prestaties. Ook daar word je niet vrolijk van. Dames 1 is hekkensluiter in de eerste klasse, Heren 1 en 2 staan bijna onderaan, ook in de eerste klasse. Niet zo vreemd want vorig seizoen liep het hele promotieklasseteam van de mannen weg. Met toevoeging van een aantal jeugdspelers konden er toch weer twee teams worden geformeerd. Die worden getraind door 84-voudig international Wim Thewissen: “Mijn passie is: het opvoeden van mensen in bewegen. Van origine ben ik ook gymleraar. Daar beleef ik mijn plezier aan. Het niveau maakt me niet uit.”
Thewissen legt uit dat hij bij Volvera met een ‘proces’ bezig is. “Op de training gaat het mij om drie dingen: effectief bewegen, de organisatie in het team, het inpassen van de jeugd. De volledige groep bestaat uit 22 spelers, we trainen twee keer per week. Dat doen we ‘game-like’, spelgericht. De wedstrijd knip je als het ware in delen, op onderdelen ga je dan aan de slag. Dat is mijn aanpak, en ik heb de indruk dat de spelers dat op prijs stellen. Ze kennen me, ik heb eerder bij Volvera getraind, ook met een aantal spelers die er nu nog zijn. Jammer is alleen dat de jeugd het een beetje laat afweten. Bij de meisjes ligt het anders, daar zijn wel alle jeugdteams bezet. “
Thewissen verzorgt in Arnhem alleen de trainingen (hij is coach van tweededivisionist Trivos, red), de coaching bij Volvera doen anderen. “Het is wel een probleem. Het eerste wordt gecoacht door een speler van het tweede, het tweede door een speler van het eerste. We hebben uiteraard na de wedstrijden altijd overleg, we moeten zaken afstemmen, bijvoorbeeld om de knelpunten in de wedstrijd te vertalen voor de training. Maar ideaal is het niet. We doen ons best, de resultaten blijven nog achter, omdat we van héél ver komen. De doelstelling is deze twee teams in de eerste klasse te houden. Het effect van de aanpak zal pas later in het seizoen merkbaar zijn. Na de kerst gaan we oogsten, daar ben ik van overtuigd.”