Hoewel profvoetbal vermoedelijk net iets te hoog was gegrepen, heeft Geert van de Heiden nu de ambitie om bij de amateurs het hoogste te bereiken. Vanaf volgend seizoen gaat de RKHVV-verdediger dat proberen bij zaterdagclub Bennekom, samen met zijn ploeggenoot Kevin Sissing. Volgens Van der Heiden ligt de lat hoog, daar op de Veluwe.
Maar RKHVV voetbalt hoger, waarom dan Bennekom? Geert van der Heiden: “Ik denk dat toch het een stapje hoger is. De beleving in het zaterdagvoetbal is groter dan in het zondagvoetbal. Ik ben zaterdag wezen kijken bij Bennekom, dat tegen de nummer laatst moest (FC Horst, red). Dan zitten er toch minstens 400 toeschouwers en is er sfeer. Het leeft daar écht. De zondaghoofdklasse leeft veel minder. Ik maak wedstrijden mee met erg weinig toeschouwers. Jammer.”
De 22-jarige verdediger uit Huissen ziet bij zijn nieuwe club op de Veluwe ook weer nieuwe kansen: “Ik tref daar in elk geval een hele ambitieuze club, die volgend seizoen hoofdklasse gaat spelen en daarna misschien nog wel hogerop gaat. Ze staan er goed voor. Ik heb het gevoel dat ik me daar verder kan ontwikkelen. Het is een knap voetballende ploeg, met diverse oud-profs, de trainingen zijn daar ook een niveautje hoger.”
Geen betaald voetbal dus voor Van der Heiden, die de jeugdopleiding bij De Graafschap meemaakte. “Dat heb ik uit mijn hoofd gezet. Ik ben kennelijk net niet goed genoeg voor betaald voetbal. Niet erg. Ik doe nu een leuke studie fysiotherapie en heb wel degelijk de ambitie om in het amateurvoetbal het hoogste te bereiken. Dat kan volgens mij bij Bennekom.”
Vooralsnog eist RKHVV zijn volle aandacht. Kenners zeggen altijd dat de ploeg veel hoger zou moeten staan in de hoofdklasse C, maar de schamele tiende plaats loopt niet parallel met de kwaliteiten. Van der Heiden: “Deze jonge ploeg is wat wisselvallig. Het is voor mij niet een kwestie van de laatste maanden uitvoetballen, ik zal er alles aan doen om de ploeg erin te houden, en mogelijk wat hogerop te brengen. RKHVV blijft toch mijn cluppie, ik heb er vanaf mijn jeugd gespeeld. Toen ik terug kwam van De Graafschap, hebben ze mij met open armen ontvangen.”