Sportclub Oranje kent in de vierde klasse A van het zaterdagvoetbal met twee zeges een bliksemstart. De verwachtingen zijn hooggespannen en trainer Ton Keijman loopt daar niet voor weg. “Alleen de titel telt.”
Sportclub Oranje trok afgelopen zomer een groot aantal sterspelers aan. Het nieuwe centrum van de defensie, gevormd door Theo Groeneveld en Richard Valkenier, zou ook in de top van het amateurvoetbal niet misstaan. “Dat zijn mannen die een elftal nog sterker maken”, beaamt trainer Ton Keijman. “Maar er lopen natuurlijk meer jongens die een aardig balletje kunnen raken.”
Zoals Rifat Bugdayci, die in de eerste twee duels al acht keer scoorde. “Mooie cijfers, maar de vraag is dan altijd: hoe lang blijven dit soort spelers bij je”, zegt Keijman, die ook kijkt naar de langere termijn. “Want gaat het om één competitie of kijk je met de club ook een paar jaar verder. Dat is in ieder geval wel mijn intentie, maar zoals een groep bij elkaar is gekomen, zo kan die ook uit elkaar vallen.”
Voor Keijman gaat het daarom maar om één ding en dat is promoveren. “Natuurlijk hebben spelers met elkaar iets afgesproken om langer bij Oranje te blijven. Maar promotie is dan toch wel heel wenselijk, want hier lopen spelers die minimaal twee niveaus hoger kunnen. Bij promotie zijn de kansen, dat een ploeg bij elkaar blijft, veel groter.”
Keijman ziet in Duno, dat zich ook al stevig roerde op de transfermarkt, de grootste concurrent. “Ik heb ze gezien tegen Veluwezoom. Het is een goed elftal. Een echte zaterdagvereniging, waar geen keuze tussen zaterdag en zondag is. Zoals dat bij Sportclub Oranje nu ook is als het om prestatie gaat en dat is een goede keuze geweest. De club wil nu ook met jeugd aan de gang, maar dat is nog een lange weg. Gelukkig hebben de jongens van het huidige eerste elftal een leeftijd waar je nog vier, vijf jaar mee door kunt.”
Keijman richt zich voorlopig op het huidige seizoen. Met de 6-2 zege op ESCA en de 8-1 uitoverwinning op Germania heeft Sportclub Oranje zijn visitekaartje al afgegeven. Het grootste gevaar? “Dat is toch een stuk onderschatting”, legt Keijman uit. “Niet eens voorafgaand aan een wedstrijd, maar vooral tijdens. Tegen Germania begonnen we heel goed en kwamen met 2-0 voor. Maar ineens kregen we een strafschop tegen, toen één van de spitsen kwam meeverdedigen. Dat wordt het 1-2 en moet je toch weer opnieuw begonnen. Of zoals voor de beker tegen SKV. Bij rust 5-0, in één woord fantastisch. Maar het werd 6-1. Dat verschil tussen de eerste en de tweede helft is dan veel te groot. Daarin schuilt het gevaar. Te nonchalent, allemaal een goal willen maken. Dan gaat het voetbal eruit. Als je er tien kunt maken, moet je er geen negen inschieten.”