RETO is ‘uit het dal gekrabbeld’

27 april 2011 | Van onze AS-redactie

Het is elke week spektakel op sportcentrum Papendal: de dinsdagavondcompetitie van RETO. De clubwedstrijd heeft al zo’n furore gemaakt dat wielrenners uit heel Nederland naar Arnhem komen om deel te nemen. Waarom? “Omdat het elke keer een harde koers is”, zegt Fred Langenkamp, een van de trainers van de Arnhemse wielervereniging.

Een betere training kunnen de leden zich niet wensen. “Ze rijden elke keer een gemiddelde van 43 tot 45 kilometer per uur. Noem mij eens een criterium waar dat ze ook rijden. Nergens. Er melden zich nationale toppers aan, de opleidingsploeg van de Rabobank bijvoorbeeld doet vaak mee. Het is echt een aantrekkelijke koers op een geweldig parkoers.”
RETO vaart er wel bij en de leden hebben er baat bij. Langenkamp, die al 15 jaar trainer is bij RETO, vertelt dat de Arnhemse club ‘uit het dal is gekrabbeld’ en weer over talentvolle renners beschikt. Misschien kan Reto op termijn wel weer met een eigen ploeg aan amateurklassiekers meedoen. Met name in de groep junioren en nieuwelingen, renners in de leeftijd van 15 tot 19 jaar, zit veel perspectief. “Een aantal kan zeker doorgroeien naar de eliterenners”, zegt Langenkamp, die dat ziet als resultaat van de jeugdopleiding, misschien wel het belangrijkste onderdeel binnen een wielerclub. “De senioren redden zich wel, het gaat om de jeugd, en dan vooral om hen plezier laten hebben in het wielrennen. Je moet voor alles de druk wegnemen. De druk van ouders bijvoorbeeld, die er veel in hebben geïnvesteerd en die resultaat willen zien. Ik geef het je te doen. Ik heb het zo vaak meegemaakt dat kinderen huilend over de finish komen. Dat moet niet. Hard trainen is goed, maar plezier is nóg belangrijker. Dat betaalt zich later altijd terug.”
“Je moet het ook wel aantrekkelijk máken, omdat wielrennen nu eenmaal een eenzijdige sport is, met een eenzijdige belasting. Daarom wisselen we het fietsen af met zwemmen of schaatsen. En met de jongste jeugd gaan we zelfs de baan op, meestal in Apeldoorn. Het baanfietsen is een prima basis: je leert daar je angst te overwinnen, want in de bochten is het heel stijl, en daar leren ze écht sturen. En dan bedoel ik sturen met het hele lichaam. Daar hebben ze later op de weg alleen maar voordeel van.”

Maar voordat  de club straks met een volwaardige ploeg kan meedoen, moet er nog veel gebeuren, beseft ook Langenkamp: “Naast een aantal jonge, talentvolle renners, heb je ervaren renners nodig die de jongelingen kunnen sturen. Mario Willemsen uit Huissen is zo iemand. Hij heeft de Ronde van Maleisië en de Ronde van Denemarken gereden. We zouden er nog een paar oude rotten bij moeten hebben. Er komt voor de organisatie veel bij kijken: vervoer bijvoorbeeld, je kunt die knapen niet met eigen vervoer op pad sturen, en je hebt een grote verzorgingsploeg nodig. Ik heb goede hoop dat dat op termijn gaat lukken.”
Ooit werd RETO op de kaart gezet door Leo Peelen. De Eldenaar haalde in 1988 zilver op de Olympische Spelen van Seoul en zorgde voor een orkaan aan enthousiasme in Arnhem en omgeving. Kan zoiets ooit wéér gebeuren? Langenkamp: “Een vergelijkbare renner zal er niet meer komen. Maar we hebben wel een aantal renners die de amateurtop kunnen halen of die gewoon een goede wielrenner kunnen worden. Én we hebben een meisje van acht jaar dat werkelijk álle wedstrijden wint. Maar of ze ooit een topper wordt, is niet te zeggen. Ach, als ze er maar plezier in hebben.”

  Foto’s: RETO.