Hij is 38 jaar en maakte zondag zijn rentree in het eerste van Arnhemse Boys. En Jan Spijker scoorde óók nog. Een wereldgoal was het volgens iedereen op de Schuytgraaf. De Boys wonnen net niet van Blauw Wit (3-3), maar daarom niet getreurd. Arnhemse Boys eindigt volgens Jan Spijker boven de streep in de derde klasse. AS sprak met de routinier.
Spierpijn?
Jan Spijker: “Klein beetje. Hier en daar wat pijntjes, en een beetje last van mijn rug. Het valt mee.”
Hoe is het zo gekomen?
“Tijdens de nieuwjaarswedstrijd tussen het oude Boys en het huidige elftal scoorde ik drie keer voor de ‘ouwe makkers’. Ja, toen kwamen er al snel vragen of ik niet terug wilde keren. Er waren namelijk een paar jongens van het eerste afgehaakt, dus de spoeling werd dun. Ik heb wel lang getwijfeld, ik heb niet zomaar ja gezegd. Het is een hele opgave, want als je het doet, moet je het ook goed doen. Dat is mijn instelling. Het schept namelijk verplichtingen. Ik speel normaal in het vijfde en train één keer. Ik zou met het eerste twee keer per week moeten gaan trainen. Pas vorige week heb ik de knoop doorgehakt. Ik moest wat dingen omzetten, want ik draai bij de Boys ook nog bardiensten.”
Je kwam er na rust in. Hoe vond je de terugkeer?
“Dat de 3-3 viel in blessuretijd was wel een drama. We hadden moeten winnen, de scheidsrechter onthield ons een zuivere strafschop, ook had een speler van Blauw Wit rood moeten hebben.”
Jij was bijna de matchwinnaar.
“Ik maakte de 3-2, ja. Ik kreeg de bal aangespeeld door Mike Remie. Ik kon de bal met rechts nog nét klaar leggen en schoot met links meteen binnen. Een prachtgoal, al zeg ik het zelf. Ja, de techniek heb ik nog wel.”
Wat is jouw taak bij de Boys?
“De zaak scherp houden, coachen, ik hoop de jongens mee te kunnen slepen. Ik heb alle wedstrijden gezien en wat opvalt is dat de koppies te snel omlaag gaan. Dat is de mentaliteit die in het hele voetbal heerst.Trainingen worden ook te gemakkelijk afgezegd. Dat zou bij ons vroeger nooit kunnen. Ik hoop mijn bijdrage te kunnen leveren, ze mogen me overal voor gebruiken. Ik begin op de bank, en als ik er word ingezet, dan ben ik er ook klaar voor.”
Op welke plek?
“Het liefst in de spits. Op het middenveld moet je toch veel kilometers maken en dat kan ik op mijn leeftijd niet meer. Ik heb geen superconditie meer. Vroeger was dat geen probleem. Bij mijn oude clubs OVC’85 en Babberich, beide in de hoofdklasse, heb ik overal gespeeld. Rechtsback, linkshalf, spits. Bij OVC heb ik zelfs een keer in de goal gestaan. Op techniek kan ik in de spits bij de Boys nog wel aardige dingen doen.”
Waar gaan de Boys dit seizoen eindigen?
“In elk geval boven de streep. Daar hebben ze de kwaliteit voor. Zou mooi zijn als het lukt, want het gaat in alle opzichten goed met Arnhemse Boys. De verhuizing naar de Schuytgraaf is een goede stap geweest. De club bloeit als nooit tevoren.”
Jan Spijker (rechts) als trainer-leider van de F’jes van Arnhemse Boys.