Nog negen wedstrijden doorbijten

1 maart 2020 | Van onze AS-redactie

Column
———
Hans Witjes


Vitesse heeft het in de uitwedstrijd bij PEC Zwolle voor de zoveelste keer voor elkaar gekregen om een weekenddag van mij totaal te verzieken. Want dat blijft toch gebeuren, al neem ik me als supporter nog zo vaak voor om me niet op te winden.

Het is nu eenmaal een feit dat Vitesse al jaren zo sympathiek is om ploegen in nood de gelegenheid te geven aan hun zelfvertrouwen te werken en kostbare punten te behalen. De hoop dat dat ooit verandert, heb ik al lang niet meer en toch blijft het pijnlijk en ergerlijk. Zo erg zelfs dat ik snak naar het einde van de competitie. Nog negen wedstrijden doorbijten. Ja, negen, hopelijk geen elf.

Over de belachelijke penalty en het kwalijke niet-ingrijpen van de VAR wil ik het niet eens hebben. In de periode daarvoor hadden de Zwollenaren al drie opgelegde kansen laten liggen. Dat was het gevolg van het feit dat het Vitesse-elftal in de tweede helft voor de zoveelste keer dit seizoen in stukken uiteenviel. PEC Zwolle hield het veld goed breed en drie Vitessenaren speelden lullopertje in de grote ruimte tussen vijf á zes Zwolse spelers. Van de zeven andere veldspelers van Vitesse waren er een paar elders in het veld met zichzelf bezig en klonterde de rest samen ergens in de buurt van het eigen strafschopgebied. De PEC-spelers konden met de bal regelmatig vijftien tot twintig meter overbruggen zonder een tegenstander tegen te komen. Dat is niet vragen, maar smeken om problemen.

We hebben hier te maken met profs, die vijf tot zes keer in de week met het vak voetbal bezig kunnen (en moeten) zijn. Hoe bestaat het dat trainer Sturing hen in twee maanden tijd nog niet heeft kunnen leren om consequent aan te sluiten en het veld daardoor kort te houden om vervolgens georganiseerd druk te zetten op de tegenstander? Iedere ploeg die tegen Vitesse speelt, van FC Emmen tot ADO Den Haag en PEC Zwolle, waant zich tegen de schijterig ronddolende Arnhemmers in het walhalla, zoveel tijd en ruimte krijgen zij om te voetballen.

De eerste helft was zo slecht nog niet, toen was er af en toe wél wat druk van Vitessekant en werd er bij vlagen nog aardig gecombineerd. In de tweede helft viel het goede, zoals zo vaak bij Vitesse, volledig weg en riep de ploeg de moeilijkheden weer over zichzelf af. Ik heb in mijn analyses in het Slutsky-tijdperk aangegeven dat Vitesse met een aanvallende tactiek de play-offs zou moeten kunnen halen en met wat geluk zelfs ook zou moeten kunnen winnen. Intussen moet ik helaas constateren dat het Sturing niet lukt om deze selectie een dergelijke tactiek goed te laten uitvoeren. Dat zal voor een flink deel aan zijn spelers liggen, maar moet hij toch ook zichzelf aantrekken.

Nog even wat kanttekeningen bij spelers. Doelman Pasveer leek nog een punt voor de ploeg te redden, maar ging hopeloos in de fout bij de vierde goal. Grot had hem nog kunnen helpen, maar stond aan de grond genageld, zodat de veel kleinere, nooit koppende Clement tot grote Zwolse hilariteit met het hoofd kon scoren. Ik neem het Sturing kwalijk dat hij Grot telkens laat invallen. Deze speler heeft een trage, lompe motoriek, mist de fijne techniek en kan ondanks zijn lengte niet koppen. Een huurling waar de club niets aan heeft.

Rechtsback Dasa is Israëlisch international, maar kan mij verdedigend niet overtuigen. Hij wordt af en toe als een kleuter uitgespeeld. Op links vind ik het pijnlijk om te zien hoe weinig Brenet met zijn linkerbeen kan. Als hij een bal krijgt, helt hij met zijn lichaam al helemaal over naar rechts. In vaktermen gesproken: hij heeft geen buitenste been voor het aan- en meenemen en het inspelen van de bal. Dat is in voetballend opzicht een handicap.

Het middenveld bij Vitesse is geen eenheid, Tannane en Bazoer zijn creatieve jongens, maar eenlingen waar je als team niet op kunt bouwen. Tannane heeft twee keer gescoord, kan goed voetballen, maar doet in een wedstrijd toch ook veel te veel fout. En ook Bazoer is grillig en is er vaak niet op de momenten dat je hem nodig hebt. Zie bijvoorbeeld de door Tannane slim genomen korte vrije trap in de tweede helft en het daaropvolgende schot van Bazoer uit kansrijke positie hoog over.

Voorin was ik nog het meest te spreken over Matavz. Zoals bekend ben ik geen fan van hem, omdat ik hem te lui en gemakzuchtig vind, maar bij hem zag ik dit keer wel de vereiste werklust. Die zag ik ook bij Dicko, die hard werkend zo goed mogelijk invulling probeerde te geven aan de hem vreemde rechtsbuitenpositie en ook goed terug verdedigde. Dat hij werd gewisseld, snapte ik niet. Misschien wel niet toevallig dat juist zijn directe tegenstander Paal daarna volledig vrijstaand de 2-2 kon aantekenen.

Nou, vijf dagen stoom afblazen, dan wacht de volgende beproeving, FC Twente.

PEC Zwolle-Vitesse 4-3
6. Hamer 1-0, 6. Matavz 1-1, 33. Tannane 1-2, 74. Paal 2-2, 90. Ghoochanejhad 3-2, 90+2 Tannane 3-3, 90+4 Pasveer (e.d.) 4-3.