Tennisster Miriam Westerink behoort op Beekhuizen Open tot de favorieten in het dames enkelspel. De 21-jarige Rhedense, studente psychologie aan de Eastern Michigan University, speelt woensdagmiddag haar eerste partij. De AS-redactie sprak met haar.
Op weg naar een toernooizege?
Miriam Westerink: “Het is een sterk schema, dus het wordt lastig. Ik ben als tweede geplaatst en zit wel aan de goede kant. Ik hoop op de finale. Lisa Borckink is als eerste geplaatst. Van haar verlies ik meestal.”
Je bent op je 18e naar Amerika gegaan om studie en tennis te combineren.
“Ik studeer in Amerika psychologie en begin in augustus aan mijn vierde en laatste jaar. Daarnaast tennis ik. Dat betekent elke dag trainen en in de weekeinden een toernooi. Elke universiteit heeft sportteams en we spelen tegen elkaar. In totaal steek ik zo’n 20 uur per week in tennis, inclusief krachttraining.”
Je hebt ook gekorfbald. Waarom de keuze voor tennis?
“Ik heb vanaf mijn vijfde tot mijn veertiende bij Rheko gespeeld. Maar korfbal en tennis vielen niet langer te combineren en dan moet je een keer een keuze maken. Ik heb gekozen voor het leukste. Korfbal is een teamsport en ben je afhankelijk van anderen. Bij tennis niet, daarom vind ik dat leuker.”
Maak je in Amerika grote vorderingen?
“Als je terug bent in Nederland, merk je dat je vooruit bent gegaan en fitter bent geworden. Het is alleen lastig om dat ritme hier vol te houden. In Amerika moet je, heb je vaste trainingsuren. Als ik in Nederland ben, dus met Kerstmis en zo’n 4 maanden in de zomer, moet ik steeds iemand vragen om met mij te spelen en die moet dan ook maar net kunnen.”
Heb je in het tennis nog een doel voor ogen?
“Ik vind tennis leuk en zie wel hoe ver ik kan komen. Een specifiek doel heb ik niet meer gesteld. Dat had ik wel toen ik als klein meisje net bij de bond speelde. Maar toen ik merkte hoeveel je er voor moest doen en ook vooral laten, was dat niets voor mij.”