van on ze AS-redactie
Enrico La Cruz bokst in de Bundesliga bij Motor Babelsberg in Potsdam. Zaterdag won de Huissenaar (21) op technisch knock-out van Andreas Klein van BC Straubing. La Cruz wil echter meer: de Olympische Spelen in 2016 in Rio. Dat is het grote doel.
La Cruz traint in Apeldoorn bij ABCC. Hennie van Bemmel, die in 1992 Arnhemmer Orhan Delibas naar een zilveren medaille op de Olympische Spelen van Barcelona loodste, haalde La Cruz vier jaar geleden naar Apeldoorn. “Van Bemmel zei mij toen dat als ik nog een keer wat wilde bereiken, ik er op dat moment voor moest gaan”, zegt La Cruz, die inmiddels zijn studie pedagogisch werker aan het ROC heeft afgerond.
La Cruz heeft de blik nu gericht op de Olympische Spelen in 2016 in Rio de Janeiro. De Huissenaar heeft echter nog geen topsportstatus bij het NOC en ook de Nederlandse Boksbond geeft geen vergoedingen voor reiskosten en deelname aan wedstrijden. La Cruz: “Daarom ben ik heel blij met de ondersteuning van de stichting Sport en Ondernemen Lingewaard. Zij vergoeden mijn reis- en verblijfkosten.”
De zesvoudig Nederlands kampioen in het bantamgewicht (tot 56 kilogram) neemt voor boksvereniging Motor Babelsberg uit Potsdam deel aan de competitie in de Duitse Bundesliga. “In Duitsland zijn er voldoende wedstrijden op hoog niveau. Zo kun je als jonge bokser voldoende ervaring op doen.”
Op 5 oktober van dit jaar is de eerste kwalificatiemogelijkheid voor de Olympische Spelen tijdens het WK in Dohar, in Qatar. “De eerste drie van het WK plaatsen zich voor Rio”, vertelt La Cruz. “Daarna volgen nog plaatsingsmogelijkheden tijdens het EK en speciale kwalificatiewedstrijden.”
Voorlopig komt La Cruz eerst nog uit in enkele wedstrijden in de ‘World Series of Boxing’. De Huissenaar is daarvoor gecontracteerd door het British Lionhearts-team. In de WSB wordt gebokst zonder hoofdbeschermer. “Geen probleem”, meent la Cruz. “Natuurlijk levert dat meer risico op, maar ik vind boksen zonder hoofdbeschermer prettiger. Het geeft meer beleving en een gevoel van vrijheid.”
Als kind wilde La Cruz voetballen, maar werd later idolaat van basketbal. “Dat vond ik geweldig, maar de inzet en mentaliteit van mijn teamgenoten voldeden niet aan mijn verwachtingen. Toen ik 13 jaar was, ben ik een keer met mijn broer mee geweest naar het boksen en daar ben ik blijven hangen.”
Het bleek een juiste keuze. “Trainen vind ik het mooiste om jezelf sterker te maken. Het is een lekker gevoel om je klaar te stomen voor een gevecht. Want boksen is natuurlijk een gevecht”, legt La Cruz uit. “Met de risico’s heb ik geen moeite. Die zijn er in elke sport. Conditie en techniek, tactiek en incasseringsvermogen, daar gaat het om in het boksen.”
(tekst: Jos Zwaan)