van onze AS-redactie
Het bestuur van Dierense Boys is een intern onderzoek gestart naar de gebeurtenissen tijdens het duel met De Paasberg. De wedstrijd in 5D ontaardde zaterdag in een massale vechtpartij, waarbij spelers en supporters van beide clubs betrokken raakten.
Voorzitter Peter Welling is van Dierense Boys is nog geschokt van de taferelen die zich op sportpark Het Nieuwland hebben afgespeeld. “Een zeer ongelukkige zaak en ik hoop dat zoiets bij ons nooit meer voorkomt. Ik ben geschrokken van de agressie.”
Het bestuur van Dierense Boys heeft dinsdagavond met een groot deel van de direct betrokkenen gesproken. Welling: “Een deel van de spelers heeft zijn verhaal kunnen doen. Wij hebben ze nu gevraagd de dingen op papier te zetten die ze hebben gezien. Wat ik uit de sfeer bij de spelers proef, is dat de jongens voor elkaar zijn gaan zorgen. Ze zijn elkaar gaan ontzetten in plaats van dat zij zelf het initiatief hebben genomen. Het initiatief lag bij een paar spelers en supporters van De Paasberg. Daarbij is ook naar voren gekomen dat een aantal van achteren is geslagen. In 1 geval heb ik dat ook zelf heel duidelijk waargenomen.”
Welling wil niet beweren dat van de kant van Dierense Boys geen klappen zijn uitgedeeld. “En daar waar we twijfel hebben over de schuld van onze mensen, zullen we dat uitzoeken. Indien nodig zullen we ook zeker niet nalaten hard in te grijpen. Op dat gebied hebben wij ook beleid.”
Is Welling bang dat de tuchtcommissie ook Dierense Boys hard zal aanpakken? ”Dat zou kunnen”, zegt Welling. “Wij waren de thuisspelende club, maar wij hadden niet verwacht dat dit zou gebeuren. In de lange geschiedenis van Dierense Boys is zoiets ook nog nooit gebeurd. Je zou stewards kunnen aanstellen, maar dat moet ook betaalbaar zijn. Aan de andere kant hebben we het over amateurvoetbal.”
Volgens Welling waren zaterdagavond wel ordehandhavers aanwezig. “Zij liepen ook op het veld, maar waren niet herkenbaar aan een hesje of een band. Ik was zelf ook op het veld, maar toen ik iemand vroeg het veld te verlaten, kreeg ik als antwoord dat ik een klap in mijn nek kon krijgen.”