Het terugkerende probleem: Vitesse mist stabiliteit

19 januari 2019 | Van onze AS-redactie

Toen Vitesse zijn thuiswedstrijd tegen Excelsior Rotterdam speelde, hing ik in de lucht ergens tussen Gran Canaria en Amsterdam. Op Schiphol zag ik de uitslag en later las ik de overwegend negatieve tweets van een aantal zeer betrokken supporters. Toen ik dan ook zaterdag voor het tv-scherm plaatsnam om de wedstrijd terug te kijken, bereidde ik me op het ergste voor.

Ik moet zeggen, zonder wedstrijdspanning en in de wetenschap dat Vitesse de drie punten binnen heeft, viel de wedstrijd me nog mee. Al kan ik me levendig voorstellen dat een rechtgeaarde aanhanger een rolberoerte kreeg van het feit dat hij of zij wederom tot de laatste seconde moest vrezen voor puntverlies tegen een degradatiekandidaat. Die irritante angst hoefde ik gelukkig niet te hebben en dat maakte het kijken een stuk gemakkelijker.

Om met het positieve te beginnen: ik heb bij Vitesse een aantal mooie combinaties en acties gezien. Aan het doelpunt van Foor ging een fraaie combinatie vooraf, in de slotfase was er een mooie één-twee-combinatie tussen Foor en Beerens voorafgaand aan de bijna-inglijder van de verdienstelijk debuterende Margaret, Foor dolde Koolwijk prachtig rond de cornervlag, Ødegaard had enkele leuke technische oprispingen, Serero draaide een keer schitterend weg. Deze niet volledige opsomming geeft aan dat de ploeg van trainer Slutsky bij momenten liet zien echt wel iets te kunnen.

Het grote, steeds terugkerende probleem is dat Vitesse stabiliteit mist. Goede momenten of fasen worden bijna iedere week afgewisseld met periodes waarin het team zorgwekkend ver wegzakt. En dat gebeurt tegen iedere tegenstander, groot of klein. Ik merk dat veel landelijke analytici de fout maken om het incidenteel goede spel tot het basisniveau van de geelzwarten te verheffen. Op grond daarvan verwachten zij telkens heel veel van Vitesse en snappen er vervolgens niets van dat de ploeg die verwachting niet waarmaakt.

Voor een stabiel presterende ploeg zijn kort samengevat twee dingen nodig. Allereerst spelers die op hun positie een goed minimumniveau halen met uitschieters naar boven. Daarbij een goede tactiek die past bij het elftal en in samenwerking kan worden uitgevoerd. Jammer genoeg mist dit Vitesse beide elementen.

Het duel tegen Excelsior Rotterdam liet dit ten overvloede nog eens zien. Ga maar na: de enige twee veldspelers die een echt sterke wedstrijd speelden waren Serero (vooral hij) en Clarke-Salter. Alle anderen wisselden goede momenten met slechte af. Het kan dan niet anders of het spel wordt rommelig en daarvan kan iedere tegenstander profiteren, dus zeker ook de technisch echt niet onaardige Rotterdamse laagvliegers.

Tactisch wil trainer Slutsky zijn ploeg compact laten spelen met zonedekking. Om met het laatste te beginnen, dit is heel moeilijk uit te voeren. Als de samenwerking niet optimaal is, lopen er regelmatig tegenstanders vrij waarvoor niemand zich op dat moment verantwoordelijk voelt. Een simpel voorbeeld was tegen Excelsior Rotterdam de snelle, behendige rechtsbuiten Edwards, die ging zwerven en door Büttner nergens werd gevolgd. Soms pikte een ander hem dan op, maar vaak ook niet, met als gevolg veel te veel vrijheid voor deze speler. Op het niveau van Vitesse zijn middenvelders en verdedigers gebaat bij optimale duidelijkheid. Die hebben zij als ze een vaste man moeten bestrijden.

Dan het compact spelen. Dat is niets bijzonders. Dat moet namelijk altijd, anders worden de onderlinge afstanden veel te groot. Slutsky heeft dat compacte blok mijns inziens tot nu toe te veel op eigen helft neergezet en daardoor het initiatief te vaak weggegeven. Tegen Excelsior zag ik vooral in de beginfase de wil om eerder druk te zetten. Tegenstanders werden toen met drie of vier man opgejaagd en regelmatig van de bal afgezet. Punt is echter dat de hele ploeg mee moet doen. Ook de achterhoede en de keeper moeten mee naar voren schuiven. Gebeurt dat niet, dan ontstaan zeeën van ruimte en dus grote problemen als de tegenstander zich onder de druk van de eerste opjagers uit weet te spelen. Dat was tegen de Rotterdammers een aantal malen het geval, omdat de dit keer verder echt niet slecht spelende Van der Werff bij gebrek aan snelheid huiverig is om aan te sluiten. Met hem in de ploeg kun je dus niet op die manier spelen. Met Doekhi kan dat wel.

Nu wacht dinsdag al het uitermate belangrijke bekerduel bij AZ Alkmaar. Ik hoop er het beste van, maar als de Noord-Hollandse formatie de vorm van kort voor de winterstop heeft weten vast te houden, zie ik het somber in.

Vitesse-Excelsior Rotterdam 3-2
6. Foor 1-0, 36. Linssen 2-0, 52. Edwards 2-1, 67. Van der Werff 3-1, 69. Scholten 3-2.