Het kan nog heel moeilijk worden

25 mei 2019 | Van onze AS-redactie

Column
———
Hans Witjes


Het zou wat te ver gaan om te stellen dat het gelijkspel van Vitesse bij FC Utrecht (1-1) voor de Stichtse hel is weggesleept. Maar moeizaam was het bereiken van de remise wel. Zeer moeizaam zelfs.

Anders dan in de eerste ronde van de play-offs bij FC Groningen zag ik nu gelukkig wel vechtlust bij de geelzwarte formatie. Die was ook hoognodig, want speltechnisch kwam er bij de mannen van Slutsky bitter weinig uit. Na negentig minuten zwoegen en zweten kon de Arnhemse ploeg geen enkele uitgespeelde kans als resultaat overleggen. De enige overblijvende mogelijkheid om te scoren was dan uit een van de immer gevaarlijke corners van Ødegaard en dat gebeurde gelukkig ook.

Aan de overkant wist FC Utrecht ook niet al te veel te creëren. De volgelingen van trainer Advocaat wonnen de meeste duels en hadden daardoor de overhand, maar over de hele wedstrijd kwamen zij ook niet verder dan een stuk of vier, vijf echt gevaarlijke situaties. Dat was de verdienste van het harde werken van de totale ploeg en in het bijzonder van de spelers in het hart van de verdediging. Doelman Pasveer maakte wederom een sterke, fiere indruk in het doel. Zeer knap in het stadion waar hij vorig seizoen zijn Waterloo vond. Van der Werff was dit keer betrouwbaar en Doekhi bezorgt al die criticasters die hem zo graag zagen vertrekken onderhand het schaamrood op de kaken. Nu hij wat meer spelritme krijgt, begint hij steeds beter te spelen.

Vitesse bleek vooral aan de linkerkant van de verdediging uiterst kwetsbaar. Het is toch bekend dat de kracht van FC Utrecht aan de rechterzijde ligt bij rechterspits Kerk en de opkomende rechtsback Klaiber. Toch had Vitesse zich daar niet tegen gewapend. Vooral Klaiber kon vaak in alle vrijheid opstomen, niet gehinderd door zijn tegenstander Linssen. Dat is vragen om moeilijkheden, die er ook enkele keren kwamen, maar geen blijvende schade veroorzaakten.

In die rechterzone had Büttner de snelle Kerk als directe tegenstander. Dat kon vooraf worden aangemerkt als een ronduit zorgelijke situatie. In de eerste helft bleek dat één keer, toen Kerk uit de rug van Büttner vertrok en een levensgrote kans aanbood aan de zwakke FC Utrecht-spits Dessers, die miste. Ik moet zeggen dat Büttner verder aardig overeind bleef en toch wel een redelijke wedstrijd speelde. Aan het Utrechtse doelpunt ging een niet bestrafte overtreding op hem vooraf. Ik denk dat zijn reputatie in Zeist van duikelaar hem daar parten heeft gespeeld.

Op het middenveld werden Serero en Ødegaard zo fel bespeeld dat zij hun stempel niet op de wedstrijd konden drukken. In de Gelderlander las ik en bij ‘de les van Vites’ hoorde ik na de inderdaad uitmuntende wedstrijd van Ødegaard thuis tegen FC Groningen dat hij zo goed kon spelen, omdat hij eindelijk centraal op het middenveld liep. Ik ben zo vrij om het daar volledig mee oneens te zijn. De Noor had aan de rechterkant een vrije rol en kon overal opduiken. Op rechts heeft hij meer ruimte om de bal aan te nemen en van daaruit zijn acties te beginnen. Bovendien vormt hij in aanvallend opzicht een geweldige combinatie met Karavaev. Het is geen toeval dat de Russische rechtsback al twee wedstrijden achter elkaar geen enkele dreiging in zijn spel had. Met Dauda klikt het namelijk (nog?) niet.

Foor haalde in de slag op het middenveld een kleine voldoende. Die waardering haalden de drie voorwaartsen Dauda, Matavz en Linssen helaas niet. Dauda had nog een paar aardige momenten, de andere twee liepen anoniem rond. Ik moet dan altijd lachen om bepaalde cijfers die de Gelderlander in het spelersrapport uitdeelt. Matavz raakte geen bal, kreeg per ongeluk een bal tegen zijn knie die het doel inging en scoort alleen daarom een zeven. Ik heb ook al eens allemaal zesjes gezien in een wedstrijd waarin Vitesse uitstekend speelde. Natuurlijk is het beoordelen van spelers arbitrair, maar als dat zo ongeloofwaardig gebeurt, stop er dan maar mee.

De theorie zegt dat een 1-1 gelijkspel in een uitwedstrijd een uitstekende uitgangspositie is voor de return. In de praktijk verwacht ik dat het tegen het niet grootse, maar wel lastig te bespelen FC Utrecht heel moeilijk kan worden. Ik schat de kansen dan ook niet hoger in dan fifty-fifty. Het team zal nog één keer tot het gaatje moeten gaan en beter moeten voetballen dan in Utrecht. Hopelijk gaat dat met de steun van het thuispubliek lukken.

Tot dat publiek zal ik dit keer niet behoren. Doordat de speeldata zijn verschoven, valt deze laatste en beslissende thuiswedstrijd in mijn vakantie. Vanuit Zuid-Spanje zal ik het duel uiteraard wel op de voet volgen en daarna op de gebruikelijke wijze becommentariëren.

FC Utrecht-Vitesse 1-1
18. Van de Streek 1-0, 31. Matavz 1-1.