In de laatste minuut van het duel van Vitesse tegen Excelsior Rotterdam in het Gelredome gebeurde alsnog datgene waaraan Vitesse al diverse malen was ontsnapt: de gelijkmaker viel. De Rotterdammers maakten 1-1 door een penalty te benutten en de ruim 15.000 Vitessesupporters vielen stil. Dat duurde niet lang, kort daarna gingen de geelzwarten toch onder dankbaar applaus van het veld.
COLUMN
HANS WITJES
Dat was volledig verdiend, want de Arnhemse spelers hebben alles in de strijd gegooid om een goed resultaat te behalen. In feite is dat ondanks die late tegengoal nog gelukt ook. Want de winst ging op de valreep verloren en dat geeft even een zuur gevoel, maar een gelijkspel is tegen deze behoorlijk sterke tegenstander bepaald niet slecht.
In de warming-up zag ik de Vitessespelers een positiespelletje spelen. Ik heb ervan genoten. Het leek wel of een stel jonge honden de wei in was gestuurd. Wat een tempo, wat een beleving. Het was de voorbode van een wedstrijd waarin de spelers alle energie hebben gelegd die zij in hun lijf hebben. Het is een jonge spelersgroep en het team moet zich nog verder vormen en verbeteren, maar met deze tomeloze inzet als basis kan het een heel aardig seizoen worden.
Een vaste column op de woensdag heeft het voordeel dat ik zo nodig de mening van journalisten van tv en kranten daarbij kan betrekken. In dit geval kom ik even terug op de verslaggeving in De Gelderlander. Ik geef enkele citaten:
‘…De Arnhemse equipe zit vol enthousiasme, maar ontbeert kwaliteit.’
‘…De eerstedivisionisten legden een zeer pover duel op de mat.”
Ik vind deze insteek nogal negatief. Natuurlijk kunnen en moeten bepaalde dingen nog wel beter, maar ik zie wel degelijk kwaliteit binnen deze selectie. En ik vind de kwalificatie ‘zeer pover’ niet terecht voor een duel dat bol stond van de spanning en wel degelijk mooie momenten kende.
Verder zou het fijn zijn, als De Gelderlander eens een keer inhoudelijke vragen aan de trainer zou stellen. Bijvoorbeeld de vraag waarom hij in de spits voor Van Duivenbooden koos en niet voor Gudelj of Visser. We weten intussen dat deze krant nooit vraagt naar het hoe en waarom. Een tekortkoming.
De contouren van het elftal van trainer John van den Brom beginnen zich af te tekenen.
In de achterhoede is de jonge doelman Bramel een openbaring.
In de laatste linie functioneert het centrale duo Van Zwam en Bakker prima, met als redelijk alternatief Steffen. Op de rechtsbackpositie deed de 17-jarige Engbring het tegen Excelsior uitstekend. Een jongen met een mooie toekomst, die nu al goed genoeg is voor de basis. Ook Kreekels en Postma kunnen op die plaats uit de voeten. Als linksback is aanvoerder Büttner onomstreden.
Op het middenveld zijn er meerdere opties. Als Tielemans blijft, zou ik hem met zijn techniek, inzicht en combinatievermogen sowieso opstellen. De Griek Tsingaras debuteerde heel behoorlijk als verdedigende middenvelder. Hij is niet al te snel, maar heeft oog voor de juiste positie, is balvast en heeft overzicht. Een nuttige speler kort vóór de achterhoede, verdedigend en opbouwend. Ook Cornelisse is verdedigende middenvelder en alleen op die plek kandidaat voor de basis. Als Van den Brom met één verdedigende middenvelder gaat spelen, moet hij tussen de twee laatstgenoemde spelers kiezen. Yegoian, Dokunmu en mogelijk Tahaoui zijn gegadigden voor de één of twee posities als creatieve middenvelder.
Voorin zou ik Jonathans op rechts laten spelen. Hij kan dan acties binnendoor maken en zijn sterke linkerbeen in stelling brengen voor indraaiende voorzetten of schoten. Als ‘nummer tien’ speelt hij in de drukte en daar komt hij (in dit stadium van zijn carrière) niet tot zijn recht. Bij de centrumspitsen lijkt Gudelj op basis van de weinige eerste indrukken van hem eerste keus te moeten worden, met als tweede kandidaat Visser en pas als derde de tegenvallende Van Duivenbooden.
Op links zou ik dan kiezen voor De Regt, die even een mindere fase kent, maar in de Eredivisie al heeft bewezen van waarde te kunnen zijn met zijn inzet, loopvermogen en snelheid. Van Hoogewerf werd vooraf hoog opgegeven, maar hij heeft zich in twee wedstrijden totaal niet aanbevolen voor de basiself.
Nog even twee tactische zaken die mij hoog zitten. Eerst nog maar eens één van mijn stokpaardjes, het verdedigen van corners. Houd twee snelle spelers rond de middenlijn en zet bij beide palen een speler. Voordelen:
- de tegenstander moet dan twee of zelfs drie veldspelers achterin houden;
- ballen ploffen niet langer zo maar binnen bij een paal;
- het is niet zo druk en chaotisch voor de goal;
- de keeper kan niet meer door een groep spelers geblokkeerd worden en er is ruimte voor hem om van de lijn te komen voor hoge ballen binnen zijn bereik;
- de verdedigende taakverdeling is duidelijker. Wie pakt wie?
- afgeslagen ballen zijn niet langer bij voorbaat voor de tegenpartij en er ontstaan mogelijkheden voor een snelle tegenstoot.
De tweede tactische ergernis: bij uittrappen van de grond het knullige getik in de breedte tussen keeper en verdediger, kennelijk om tegenstanders te lokken. Doe dit niet, het kan alleen tot ongelukken leiden. Hervat het spel als keeper snel met een trap naar een vrijstaande speler, liefst aan de zijkant, en kan dat niet, peer de bal dan naar voren en ga als team voor de tweede bal.
Hopelijk leest Van den Brom dit, of wordt het aan hem overgebracht. Ik weet best dat iedere ploeg kiest voor deze wanstaltige tactische varianten, maar laat Vitesse dan maar de eerste ploeg worden die het anders en beter doet.
Wat mij betreft om te beginnen vrijdag, in het thuisduel tegen FC Eindhoven. We gaan zien wat voor wedstrijd het wordt, maar waarschijnlijk geen ‘zeer pover duel’.
Vitesse-Excelsior Rotterdam 1-1
53. Visser 1-0, 90. Omorowa 1-1.