Column
———
Hans Witjes
Het belangrijke tussendoel is bereikt: na de 2-0 winst thuis tegen VVV-Venlo gaat Vitesse naar de bekerfinale op zondag 18 april 2021 in De Kuip in Rotterdam. Hopelijk gaan in ieder geval de seizoenkaarthouders mee, maar dat acht ik op dit moment niet waarschijnlijk.
In die finale komen, is iets bijzonders, hem winnen is zo speciaal dat het tot nu toe slechts één keer is voorgekomen in de intussen bijna 129-jarige geschiedenis van de club. Iets minder dan vier jaar geleden gebeurde dat. Statistisch zou je dan zeggen dat het nog heel lang kan duren, voordat de geelzwarten de cup opnieuw omhoog mogen houden. Statistici weten echter maar al te goed dat het net zo goed zo kan zijn dat Vitesse de beker twee keer relatief kort achter elkaar wint en daarna tweehonderd jaar niet. Of, wat natuurlijk veel prettiger zou zijn, dat na verloop van tijd kan worden vastgesteld dat het aantal bekersuccessen zich vanaf 2017 veel sneller is gaan herhalen.
Dat is koffiedik kijken, laat ik me verder beperken tot het heuglijke heden. En dan wil ik gezien het speciale karakter van deze wedstrijd bij wijze van uitzondering geen punt maken van het vertoonde spel. Op een alles-of-nietsduel als dit staat namelijk veel spanning en daarin is het resultaat allesbepalend. En al ging het moeizaam, dat resultaat is in het laatste kwartier behaald. Geweldig voor trainer Thomas Letsch en zijn mannen en iedereen die de club een warm hart toedraagt. Al heeft Vitesse in de competitie onlangs onverwacht een zware inzinking gehad, de club staat dit seizoen wel degelijk bij heel Nederland op de kaart.
Een inhoudelijke analyse laat ik dit keer dus achterwege, maar ik wil het toch nog wel even hebben over Tannane. Ik las op Twitter dat menigeen voorstelde of zelfs smeekte om hem te wisselen. Zo dacht ik er ook over, want met die lastige Limburgse horzel Post om hem heen lukte hem vrijwel niets. Dat frustreerde hem zo dat hij nog even bewust op de voet van een tegenstander ging staan, met het risico van een rode kaart. Maar zie, uiteindelijk werd de creatieve Marokkaan alsnog het mannetje met een assist en een schitterend doelpunt. Geniale grilligheid in optima forma.
In de aanhef sprak ik over een tussendoel. Het einddoel is uiteraard om die finale in april ook te winnen. Dat is mogelijk, al moet dan wel aan drie voorwaarden worden voldaan. In de eerste plaats moet Vitesse zelf veel beter spelen dan het de laatste tijd heeft gedaan. Het mag dan niet zo zijn, zoals ook in deze halve finale, dat het elftal in een bepaald deel van de wedstrijd uit elkaar valt en de tegenstander veel ruimte biedt. En het is dan noodzakelijk dat iedere speler het niveau haalt dat binnen zijn mogelijkheden ligt. Bij spelers als Pasveer, Doekhi, Rasmussen en Bazoer heb ik daar geen twijfel over. Zij zijn de constante factoren in dit elftal. Van alle, maar dan ook echt alle andere basisspelers is de prestatiecurve grillig geweest. Zij hebben bepaalde kwaliteiten, de een wat meer dan de ander, maar laten die niet altijd zien.
De tweede voorwaarde voor het winnen van de finale is dat Ajax óf in de halve finale óf in de finale een ravenzwarte dag heeft. Deze in het geld zwemmende club, die in de vrees om niet kampioen te worden nog even gauw voor zo’n dertig miljoen Klaassen en Haller heeft binnengehaald, is normaal gesproken te sterk. Bij een slechte dag van Ajax tegen SC Heerenveen, worden de Friezen finalist en stijgen de Vitessekansen meteen met sprongen. Wordt Ajax finalist en heeft het die slechte dag in De Kuip, dan biedt ook dat voor een goed Vitesse mogelijkheden.
De derde voorwaarde is dat het mee moet zitten. Net dat beetje geluk hebben op de momenten die bepalend zijn voor het wedstrijdverloop. Zoals dat ook in 2017 in de finale tegen AZ het geval was. De beginfase met een beter AZ met enig fortuin doorstaan en vervolgens in de eindfase van een van twee kanten bar slechte wedstrijd toeslaan via twee schitterende doelpunten van Van Wolfswinkel. Een ideaal, onvergetelijk scenario, waarna terecht niemand nog maalde om de armoedige kwaliteit van de wedstrijd.
Over AZ gesproken, de Zaankanters komen zondag naar Arnhem. Een sterke ploeg in vorm, met als achilleshiel een kamikazepiloot van een keeper en een zeer matig centraal verdedigingsduo. Dat biedt kansen, maar alleen als Vitesse als totale ploeg een hoger niveau weet aan te tikken dan het de laatste tijd heeft gedaan.
Vitesse – VVV-Venlo (beker) 2-0
Broja 1-0, 85. Tannane 2-0.