Column
———
Hans Witjes
De geschiedenis herhaalt zich toch weer. Een Vitesse dat na ongeveer een halve competitie in de top van de Eredivisie staat en daarna ver terugvalt. We zagen het eerder onder de trainers Bosz en Rutten, nu gebeurt het ook onder Letsch. We hadden anders gehoopt, maar de realiteit is ook dit seizoen weer dat Vitesse (ver) boven zijn stand heeft geleefd.
De magie is volledig weg. Plotseling blijken spelers als Wittek, Dasa, Openda, Broja, Darfalou en nog enkele anderen op middelmatig tot slecht niveau te acteren. Wonderlijk, maar waar, het kan niet anders of ze hebben met zijn allen tegelijk lange tijd boven hun stand geleefd. In Heerenveen bleef in feite alleen het defensieve blok Pasveer-Rasmussen-Doekhi overeind, samen met Bazoer. Alhoewel laatstgenoemde in Heerenveen gedeeltelijk in de malaise deelde. Hij verzond voor zijn doen veel verkeerde passes en bij het tegendoelpunt fungeerde hij als toeschouwer in plaats van de lange Veerman te dekken.
Dit is even slikken, maar een ramp is de onnodige nederlaag in Friesland nou ook weer niet. Als Vitessenaren hebben we lange tijd mogen zweven, bij VVV-Venlo hebben we voor het eerst hoogte verloren, tegen RKC Waalwijk gingen we met een vaart richting de begane grond en in Heerenveen zijn we met een doffe dreun neergekomen. Dat doet even flink pijn, maar er zijn nog voldoende perspectieven.
Vitesse kan het vizier vanaf nu volledig richten op twee dingen: de beker en de play-offs. Wat betreft de beker: een zege aanstaande dinsdag bij Excelsior Rotterdam zou betekenen dat daarna slechts met één grote tegenstander (Ajax of PSV) hoeft te worden afgerekend om de cup te winnen. Als alles bij Vitesse op die ene dag op zijn plaats valt en het zit wat mee dan is dat mogelijk. En wat betreft de play-offs: de Vitesseselectie heeft de laatste anderhalve week dan wel veel aanzien verloren, die is nog altijd sterk genoeg om een goede kans te maken om de play-offs te zijner tijd te winnen.
Laten we ons met zijn allen op die twee doelen richten. Voor de beker moet dinsdag de eerste van de drie noodzakelijke stappen al worden gezet en het zou pas echt een ramp zijn, als dat niet gebeurt. Maar dat weiger ik te geloven. En voor de play-offs heeft Vitesse al zo’n puntenmarge opgebouwd dat deelname daaraan al vrijwel vaststaat. Hoe dat afloopt zien we tegen die tijd wel.
Qua doelstellingen ligt de club gewoon op koers en hoeft niemand nu in de war te raken. Voor de subtop heeft Vitesse een alleraardigste selectie met daarbinnen een aantal veelbelovende jeugdspelers. Laat Letsch daar maar lekker mee verder werken aan een aantrekkelijke spelstijl. Dat gaat met vallen en opstaan, dat is gebleken, zij het gek genoeg dus pas zo laat in het seizoen dat we even in een wonder gingen geloven.
Zo slecht als bij het ook pover spelende SC Heerenveen zal het spel hopelijk niet vaak meer zijn. Want bij dergelijke wanprestaties dringt ergernis het hierboven geschetste relativeringsvermogen volledig naar de achtergrond. Het bloed kruipt immers waar het niet gaan kan.
Lang bij de wedstrijd zelf stilstaan, doe ik dit keer maar niet. Ik wil alleen nog even melden dat ik wederom met verbazing heb gekeken naar de invalbeurt van de grote onbekende van de laatste tweeënhalve seizoenen: Gong. In de weinige minuten waarin hij voor Vitesse heeft gespeeld, heeft hij aangetoond razendsnel te zijn, maar nog vrijwel geen bal goed geraakt. Ook in Heerenveen weer niet. Het is in mijn ogen vragen om problemen om die jongen rechts op het middenveld neer te zetten. Als Gong al te gebruiken is dan alleen (als invaller) in de spits, zodat hij diep kan worden gestuurd.
In de vrieskou van dinsdag wacht dus dat cruciale bekerduel bij klein maar gevaarlijk clubje Excelsior Rotterdam. Een mogelijkheid om de toch wel vieze smaak van Heerenveen weg te spoelen. Of om een volgende slok ranzig vocht binnen te krijgen, maar die zou tot wekenlange misselijkheid leiden. Dat kan de club zichzelf en ons niet aandoen.
SC Heerenveen-Vitesse 1-0
H. Veerman 1-0