Luuc Bugter is zaterdag in Kerkrade op het Nederlands Kampioenschap wielrennen bij de beloften als 27e geëindigd. Slechts 35 van de 134 gestarte renners reden de loodzware koers over 158 kilometer uit.
De 134 renners begonnen zaterdag om 9.00 uur aan hun kampioenschap. Het was al snel duidelijk dat de titelstrijd een ware slijtageslag zou worden. “Er werd heel hard gereden. Het werd een flinke afvalkoers”, vertelde Bugter, die afgelopen dinsdag als laatste voorbereiding op het NK nog als 43e finishte in de Belgische koers Romsee – Stavelot – Romsee.
“Dat was een prima wedstrijd en het gaf me ook een goed gevoel voor het NK”, zei Bugter, die zich in Kerkrade een plaats bij de eerste twintig als doel had gesteld. Dat lukte echter niet. “Daarvoor ging het te hard. We reden bijna hetzelfde parcours als de profs, dus het was heel zwaar. En als er maar 35 van de 134 renners het kampioenschap uitrijden, zegt dat genoeg”, aldus de renner van het Rucanor Line Cyclingteam.
Bugter had nog lang uitzicht op een mooie klassering. “Pas in de laatste vijf, zes ronden werd alles uit elkaar gereden. Tot drie ronden voor het einde kon ik volgen, maar daarna ging het heel hard. Ik voelde mijn benen minder worden”, sprak Bugter. “Ik was liever wat korter in het klassement geëindigd, maar ik ben tevreden over de manier waarop ik heb gekoerst.”
Dylan van Baarle, die enkele dagen eerder in het Groningse Winsum Nederlands kampioen tijdrijden werd, pakte de titel. De renner van het Rabobank Development Team zag zijn ploeggenoot Mike Teunissen als tweede finishen. Beiden waren al vroeg in de koers weggereden uit het peloton. Joey van Ree pakte het brons.