Column
———
Hans Witjes
Er zijn geen woorden te vinden die de absolute wanprestatie van Vitesse thuis tegen SC Heerenveen voldoende kunnen uitdrukken. De 0-4 nederlaag is op zich al een vernedering, maar nog erger is dat de ploeg van trainer Thomas Letsch in de tweede helft in het eigen Gelredome als speelbal fungeerde voor de relaxed richting het eindsignaal tikkende Friezen. 0-6 of 0-7 was in die fase zeker mogelijk geweest.
Extra bedenkelijk is dat we het met deze zo veel betere tegenstander niet over een echt indrukwekkende ploeg hebben. Hun eerste wedstrijd thuis tegen Go Ahead Eagles werd een saaie 0-0, een week later bij Feyenoord was de uitslag hetzelfde na een afweerslag van negentig minuten met een uitblinkende doelman Noppert en een flinke portie geluk. In Arnhem maakte de formatie van trainer Kees van Wonderen dus pas de eerste doelpunten van het seizoen. Met grote dank aan een in alle opzichten falend Vitesse.
De Arnhemmers zakten in dit duel diep door de ondergrens. Om te beginnen deugde er tactisch al niets van. Letsch speelde met één spits in de persoon van Baden Fredriksen. Ik hoorde de Duitser na afloop zeggen dat het de bedoeling was om op eigen helft terug te zakken en van daaruit de tegenaanval te zoeken. Hoe krijg je het als trainer in je hoofd om tegen zo’n eenvoudige tegenstander voor zo’n laffe tactiek te kiezen? Grijp die bij de strot, sluit aan en geef ver op hun helft druk. Dan gaan hun spelers fouten maken, terwijl ze nu met simpel positiespel in de wedstrijd konden groeien. Daar komt nog bij dat de verdediging van Vitesse een allesbehalve solide fundament is, zeker met Hajek erbij. Ga daar dus niet op leunen, maar houd de bal daar zo veel mogelijk weg.
Ik moest wel lachen, toen ik Letsch vooraf hoorde zeggen dat ze deze week in de training het accent hadden gelegd op onderlinge duels en scherp verdedigen. Nog even los van het feit dat die scherpte er iedere week op de training moet zijn, duelleer je dan namelijk tegen elkaar. Te slap tegen te slap, of te traag tegen te traag houdt elkaar dan in evenwicht. Daardoor kan het heel wat lijken, terwijl de directe tegenstanders van het weekend de duels gewoon winnen.
Aanvallend moest het met deze laffe tactiek alleen van Manhoef komen. Van Wonderen was echter zo slim om hem te laten schaduwen door Köhlert. Die is ook klein, snel en wendbaar en legde de jeugdige Vitessenaar behoorlijk lam. En dan blijft er bar weinig over. Baden Frediksen draagt qua spel sowieso niets bij. Hij moet in stelling worden gebracht met zijn enige wapen, het schot in zijn linkerbeen. Maar wie moet dat dan doen? De creativiteit in het team is namelijk zo ongeveer nul, met aanvoerder Bero als leidend voorbeeld.
Doekhi, Bazoer, Rasmussen, Dasa en Openda zijn belangrijke spelers die zijn vertrokken. Intussen moet ik toch vaststellen dat daar slechts één vervanger met potentie voor is teruggekomen: Meulensteen. Hij wordt momenteel mee het moeras ingetrokken, maar in een beter functionerend team gaat hij echt wel goed draaien. Ferro, Arcus en Sankoh komen zo veel tekort dat Vitesse nog beter in hun plaats voor eigen jeugd had kunnen kiezen. Het zijn nieuwelingen die hooguit een matig niveau gaan halen, dus miskleunen van de scouting. Van Flamingo en doelman Scherpen kan ik dat (nog?) niet zeggen, omdat zij te weinig minuten hebben gemaakt. Scherpen is in ieder geval niet best begonnen.
Met het bespreken van de spelers van deze wedstrijd ben ik dit keer snel klaar. Allemaal onvoldoendes, de een nog dieper dan de ander.
Ik kan me niet heugen de laatste vijfentwintig jaar zo’n belabberde Vitesseploeg te hebben gezien. Die hangt namelijk als los zand aan elkaar, is tactisch en technisch dramatisch slecht, heeft een rammelende verdediging, geen creativiteit en geen gevaar voorin. Als de club op deze wijze doormoddert, volgt aan het eind van het seizoen degradatie. Het is dus alarmfase één. Er móét ingegrepen worden, en wel nú.
Vitesse-SC Heerenveen 0-4
5. Van Hooijdonk 0-1, 45. Sarr 0-2, 72. Van Hooijdonk 0-3, 77. Van Hooijdonk 0-4