Column
———
Hans Witjes
In verband met een feest in de familie heb ik de 1-2 nederlaag van Vitesse tegen RKC Waalwijk in het Gelredome niet live kunnen aanschouwen. Toen ik ’s avonds voor het televisiescherm ging zitten om de wedstrijd alsnog te bekijken, wist ik de uitslag al. Ik stelde me in op een hele vervelende anderhalf uur, maar dat viel eigenlijk nog wel mee. Er gebeurde genoeg in die wedstrijd en Vitesse speelde dan wel niet geweldig, maar leverde zeker geen wanprestatie.
Het grote probleem waar Vitesse mee kampt, kwam in dit duel in zijn volle omvang naar voren. De ploeg heeft veel te weinig scorend vermogen. Met de spelers die Vitesse tot zijn beschikking heeft, kan het op vier manieren gevaar stichten. Dat lijkt veel, maar in de praktijk is het dat niet.
De eerste wijze van gevaarlijk worden, is via de razendsnelle Openda. Per wedstrijd gebeurt dat een aantal keren. Ook tegen RKC was dat het geval, los van de intikker bij de vroege openingsgoal. Wat echter opnieuw overduidelijk bleek, is dat de Belg veel te wild is in de afronding. Hij wil een stap maken naar een betere club dan Vitesse, maar daar is hij op deze manier echt (nog?) niet aan toe.
In de tweede plaats moet het gevaar komen van vroege voorzetten van de wingbacks Wittek en Dasa. Zij slingeren per wedstrijd een groot aantal ballen het strafschopgebied in. Dat ziet er gevaarlijk uit, maar is het bijna nooit, omdat Vitesse geen aanvallers in de selectie heeft die goed kunnen koppen.
De derde mogelijkheid om tot kansen te komen, is bij standaardsituaties via de mee opgekomen centrale verdedigers. In het dan drukke vijandelijke strafschopgebied is dat een lastige opgave en dat lukt daarom ook slechts een beperkt aantal keren in het seizoen.
Tenslotte is er dan nog als vierde mogelijkheid een schitterend schot uit de tweede lijn. Op die manier heeft Wittek diverse keren gescoord en Dasa en Bazoer ook een keer. Dat zijn prachtige momenten, maar ze zijn en blijven schaars.
Echte buitenspelers heeft Vitesse niet, dus scoren uit teruggetrokken ballen of hoge voorzetten vanaf de achterlijn komen in het geelzwarte voetbalboekje niet voor. En de creativiteit om een verdediging open te breken via een individuele actie of ragfijne combinatie is hooguit bij een enkeling aanwezig en wordt zelden getoond.
Er is dus sprake van aanvallende impotentie en die maakt het uitermate moeilijk om wedstrijden te winnen. De ploeg zou minstens één middenvelder moeten hebben, die regelmatig creatieve impulsen geeft, maar die ontbreekt. De Fransman Gboho zou in mijn ogen zo’n speler moeten kunnen zijn, maar hij lijkt bij Vitesse niet op zijn plaats. Hij krijgt weinig speeltijd en als hij meedoet, zoals in het eerste uur van de wedstrijd tegen RKC, dan komt het er niet uit. Of hij loopt zich vast, of hij speelt in en beweegt door zonder de bal terug te krijgen. De klik met zijn medespelers lijkt te ontbreken en zal er in de weinige resterende wedstrijden waarschijnlijk ook niet meer komen.
Verder zou Vitesse naast Openda een aanvaller met specifieke kwaliteiten moeten hebben, maar die is er domweg niet. Binnen de selectie zou Buitink zich wellicht tot een goed niveau kunnen ontwikkelen, omdat hij fysiek vrij sterk is en enkele keren heeft laten zien binnen het strafschopgebied koel te kunnen afronden. Het viel daarom des te meer tegen dat hij tegen RKC twee keer in dat soort situaties onbeheerst inschoot.
Het vervelende van de offensieve beperkingen is dat Vitesse van iedere tegenstander kan verliezen. Uiteraard als het slecht speelt, want dan gaan er veel meer dingen fout, maar ook als het veldspel redelijk is, zoals tegen de formatie uit Waalwijk. Het is een realiteit waarmee we met zijn allen moeten leven, ondertussen wel hopend op positieve uitschieters á la de Conference League in de play-offs.
Gezien het vertrek van eigenaar Oyf doen we er trouwens goed aan om de lat voor de geelzwarte ploeg voortaan niet al te hoog te leggen. Waarschijnlijk zullen de financiële mogelijkheden veel minder worden en dat in een situatie waarin de selectie aan het eind van het seizoen voor een groot deel leegloopt. Ik sprak daarover met een Vitessevriend met voetbalverstand en onze conclusie was dat wij er beiden geen probleem mee zouden hebben, als Vitesse volgend seizoen de jongens uit de eigen Academie, Cornelisse, Huisman, Vroegh, Manhoef en De Regt, zou inpassen in een team met een enkele blijver en als aanvulling een paar geroutineerde transfervrije spelers. Mocht Europees voetbal daardoor uit beeld raken, wat nog maar de vraag is, dan is dat maar zo.
Ik denk dat veel echte supporters zo redeneren. Met zo’n team met veel eigen jongens zullen zij zich namelijk kunnen identificeren. En mochten de resultaten tegenvallen, ach, dat is in de ‘dure periode’ vaak niet anders geweest. Vitesseaanhangers zijn in dat opzicht gehard.
Vitesse-RKC Waalwijk 1-2
6. Openda 1-0, 15. Meulensteen 1-1, 51. Büttner 1-2.